slaapstoornissen

 


Er zijn meerdere vormen van slaapproblemen. Stress, hormonen, een ongezonde levensstijl, geluid en licht spelen een belangrijke rol. Om slaapstoornissen beter te begrijpen, moeten we eerst weten waardoor we slapen en wakker worden, hoe het met slaapbehoefte zit en wat de storingen zijn en hoe ze ontstaan. Om ze specifiek te kunnen behandelen moeten we eerst een onderscheid maken.

inslapen

Bij het inslapen kan er onderscheid gemaakt worden in het DSPS en ASPS syndroom. Het Delayed Sleep Phase Syndroom is de meest voorkomende slaapstoornis bij vooral jongvolwassenen. Het inslapen gaat moeilijk maar als men eenmaal slaapt, gaat het goed. Het wakker worden is alleen weer een groot probleem. Door deze chronische inslaap- en ontwaakstoringen kunnen op den duur de school- en/of werkprestaties minder worden.

Bij het Advanced Sleep Phase Syndroom is het slaap-waakritme naar voren geschoven. Dat betekent vroeg in de avond een onbedwingbare slaap.

doorslapen

Sommige mensen vallen aan het eind van de avond als een blok in slaap maar worden na bijvoorbeeld anderhalf uur wakker. En daarna is het regelmatig op de klok kijken. Vaak gaan ze het bed uit om een kopje thee te drinken of wat te lezen. Wakker worden van de honger.

Het inslapen gaat goed maar als ze na de eerste REM-slaap wakker worden dan is de bloedsuiker zo laag dat ze iets moeten eten. Ook deze variant geeft gebroken nachten. Wel slapen en ook na twee keer wakker worden 's nachts weer makkelijk inslapen en toch moe wakker worden. Uit onderzoek blijkt dat het limbische systeem 's nachts te actief is.

dromen

En dan eigenlijk nachtmerries. Afkomstig van het oud-Germaanse woord 'nachtmare', wat nachtheks betekent. De enige manier, volgens de overlevering, om de heks weg te houden was om pantoffels met de punten naar het bed toe te zetten.

Daar zou ze dan instappen in plaats van in de persoon te gaan zitten. Freud heeft er ook nog wat varianten op verzonnen. 'De Koninklijke weg naar het onderbewuste' is tot aan 1981, het jaar dat wetenschappelijk werd aangetoond dat dromen echt bestaan, de standaard-verklaring voor dromen geweest.

Onderzoek naar dromen kwam tien jaar geleden pas echt goed op gang toen duidelijk werd dat mensen die aan een posttraumatisch stress-syndroom (PTSS) leiden, veel last hebben van terugkerende angstdromen.

Er moet overigens een onderscheid gemaakt worden tussen nachtmerries en nachtelijke angstaanvallen. Wie daar last van heeft, doet er lang over om zich te oriënteren, weet meestal niet wat hij of zij gedroomd heeft, maar houdt wel enige tijd een sterk gevoel van angst of bedreiging. Een nachtmerrie hoeft niet altijd extreem angstig te zijn. Wat verder de overeenkomsten en verschillen zijn is niet duidelijk, omdat er nooit een goed onderzoek naar gedaan is.

 

Oorzaken voor de nachtmerries kunnen zijn:

stress

een traumatische ervaring

medicijnen:

- betablokkers: Worden gebruikt bij het behandelen of voorkomen van hoge bloeddruk of ritmestoringen. Het medicijn vertraagt de hartslag en veroorzaakt verwijding van de bloedvaten. Daardoor daalt de bloeddruk. Mogelijke bijwerkingen: koude handen en voeten, nachtmerries, benauwdheid en maag en -darmklachten. Toename lichaamsgewicht.

- benzodiapinen: Is een veelgebruikte groep kalmerende en angstgevoelens remmende middelen, die vooral als slaapmiddelen gebruikt worden. Het nadeel ervan is dat veel mensen er verslaafd aan raken. Worden op grote schaal voorgeschreven. Vaak zijn het de zgn. 'inslapers'. Deze medicijnen zorgen voor een beter begintraject. Maar diezelfde inslapers storen de diepe slaap.

narcolepsie

Dat is een slaapstoornis die overdag, bij volle bewustzijn kan optreden. Terwijl je volledig wakker bent, kan een REM -slaap optreden. De spieren verslappen acuut waardoor je meteen wegvalt. De ogen gaan niet dicht waardoor werkelijke beelden en droombeelden door elkaar heenlopen. Ongeveer 10.000 mensen in Nederland hebben narcolepsie.

winterdepressie

Slapen soms wel veertien uur achter elkaar maar worden toch moe wakker. Ook komen ze 's avonds meestal moeilijk in slaap. Soms draaien ze hun dag - en nachtritme om. Meestal voelen ze zich in de winter de hele dag door vermoeid.

Wat ze ook vaak doen, als een soort korte termijn overlevingsstrategie, is eten. En vaak veel geraffineerde koolhydraten waardoor ze zwaarder en nog vermoeider worden. De koolhydraten geven een korte opleving maar versterken daarna het dal.

 De oorzaak voor winterdepressie moet, zo wordt algemeen aangenomen, gezocht worden in het verstoorde circardiaanse ritme, ofwel de biologische klok. Bij deze patienten wordt ook overdag een vrij grote hoeveelheid melatonine aangemaakt.

En het melatoninegehalte heeft weer invloed op de serotonine-huishouding. Serotonine is het stofje waardoor je je goed voelt. Omdat serotonine door het lichaam wordt opgebouwd uit koolhydraten.