onderzoek en behandeling

Wanneer iemand met pijn komt, proberen we die pijn zoveel mogelijk te objectiveren. Daarom maken we gebruik van VAS (Visuele Analoge Schaal). De VAS is een pijnschaal die aangeeft hoe erg pijn is. Heftige pijn is bijvoorbeeld een 9 en een matige klacht een 3.

 

Door aan het begin en het eind van een behandeling te vragen hoe een patiënt een klacht ervaart en de pijnschaal bij te houden gedurende het behandeltraject, kan je zien wat onze aanpak oplevert. 

 

Het spreekt voor zich dat we hetzelfde doen met de mobiliteit: wat kan iemand met bijvoorbeeld zijn arm voor en na een behandeling. Snelle resultaten werken stimulerend. 

 

Wat ook een belangrijk item is dat we proberen te achterhalen wat gewoontehoudingen cq bewegingen zijn. Want vaak ligt daarin de basis voor een klacht.

 

Slaap je bijvoorbeeld altijd met één been opgetrokken, dan levert spanning op bij je lage rug. En zo zijn er nog veel andere voorbeelden van gewoontehoudingen die klachten aan het bewegingsapparaat kunnen opleveren. 

 

Ook besteden we aandacht aan het voorkomen of niet meer zo snel terugkeren van en klacht. En dat betekent dat we gerichte oefeningen mee kunnen geven voor bijvoorbeeld versterking van de posturele spieren.

 

Wanneer je uitlegt wat het nut van die oefeningen is en hoe je het beste die oefeningen kan doen, raakt een patiënt ook gemotiveerd om mee te werken omdat hij of zij weet wat de voordelen van het oefenen is. 'Je moet weten voordat je het door hebt' om met Cruyff te spreken.

onderzoek en diagnose

Wij maken gebruik van een vragenlijst die we voor het eerste consult toesturen. Daarin kunt aangeven hoe sterk u de pijn ervaart, welke onderzoeken u heeft gehad, welke therapieën u gevolg heeft, welke medicijnen u eventueel gebruikt en nog een aantal zaken. Door de vragenlijst krijgen wij een goed beeld van uw pijn en kunnen we ons voorbereiden op uw komst.

[klik hier] voor vragenlijst.